<img src="https://secure.frog9alea.com/152419.png" alt="" styLe="dispLay:none;">
Overslaan naar inhoud
Nederlands
  • Er zijn geen suggesties want het zoekveld is leeg.

Basisbegrippen en 'Hoe pas ik de lay-out van de applicatie aan?'

In deze handleiding worden de belangrijkste begrippen binnen Engage Process toegelicht. Daarnaast wordt uitgelegd hoe de applicatie is opgebouwd, met extra aandacht voor het Lint en de bijbehorende vensters.

Inhoud

  1. Basisbegrippen
  2. Werkruimte
  3. Het Lint
  4. Vensters binnen de Modeler
  5. Lay-out van de applicatie aanpassen

1. Basisbegrippen

Werkruimte – De totale indeling van de applicatie en de positie van vensters.
Diagram – Een visuele weergave van een proces, brainstorm of overzicht.
Project – Een verzameling diagrammen, meestal georganiseerd in mappen.
Tabellen – Gegevenslijsten die gebruikt worden binnen processen.
Rollen – Typen medewerkers die procesactiviteiten uitvoeren.
Documenten – Gekoppelde bestanden zoals richtlijnen, beleid of instructies.
Analyse – Visuele en rekenkundige doorrekening van processen.
Rapportage – Het exporteren of presenteren van procesinformatie.
Bevindingen – Vastgelegde knelpunten of verbeterideeën.

2. Werkruimte

De werkruimte van de Engage Process Modeler bestaat uit meerdere vensters die samen het werkgebied vormen. Deze vensters kunnen worden verplaatst, verborgen of gecombineerd zodat je de applicatie kunt aanpassen aan jouw manier van werken.

3. Het Lint

Het Lint is de balk met tabbladen bovenaan de applicatie. Elk tabblad bevat knoppen die zijn gegroepeerd op functionaliteit. Welke tabbladen zichtbaar zijn, hangt af van het abonnement en de autorisaties van de gebruiker.

De belangrijkste tabbladen zijn:
- Start – Basisfuncties om diagrammen te maken en te bewerken.
- Lay-out – Instellingen voor de zichtbaarheid en weergave van informatie.
- Ontwerp – Hulpmiddelen om de leesbaarheid en vormgeving te verbeteren.
- Analyse – Functies om processen door te rekenen en te vergelijken.
- Beeld – Opties om de indeling van de applicatie en vensters aan te passen.
- Tabellen – Werken met centrale en lokale tabellen.
- Samenwerken – Beheer van autorisaties, versies en publicaties.
- Reacties & Bevindingen – Afhandeling van feedback en verbeterpunten.
- Rapportage – Inzien en maken van rapportages.
- Help – Koppelingen naar het Kenniscentrum en support.

4. Vensters binnen de Modeler

De knoppen in het Lint werken samen met verschillende vensters binnen de Modeler. Hieronder volgt een korte en bondige uitleg van de belangrijkste vensters:

Proces-venster
Het centrale werkgebied waarin het diagram wordt weergegeven en bewerkt.

Project-venster
Geeft een overzicht van projecten, diagrammen en gekoppelde tabellen in een mappenstructuur.

Eigenschappen-venster
Toont de eigenschappen van het geselecteerde projectonderdeel of processtap.

Omschrijving-venster
Bevat een inhoudelijke toelichting op het proces, een processtap of een tabelwaarde.

Opmerkingen-venster
Hier worden opmerkingen en verbetervoorstellen bij het proces of processtappen vastgelegd.

Aantekeningen-venster
Wordt gebruikt voor acties, notities of een logboek van wijzigingen.

Document-venster
Geeft inzicht in gekoppelde documenten en de in- en uitvoer van processtappen van het type ‘Document’.

5. Lay-out van de applicatie aanpassen

Via het tabblad ‘Beeld’ kun je vensters tonen of verbergen, verplaatsen en combineren als tabbladen. Je kunt meerdere werkruimtes gebruiken of je eigen indeling opslaan als standaard.


 

Tip! Je kunt een venster ook als tabblad achter een ander venster plaatsen. Laat het venster dan los in het midden van het symbool dat in beeld komt (zie afbeelding hieronder).

Heb je een mooie indeling gemaakt, sla ‘m dan op door op het tabblad ‘Beeld’ op de knop ‘Werkruimte opslaan’ te klikken. Deze indeling zal vanaf dat moment de indeling zijn wanneer je de Modeler start.