Hoe maak gebruik ik van centrale en lokale referenties?

Als er een centraal type is gekoppeld aan een project kunt u lokale elementen van dit centrale type aanmaken. Dit is noodzakelijk als u het gewenste element niet kunt vinden in de al gekoppelde tabel.

Bijvoorbeeld: U hebt de tabel Nederlandse steden gekoppeld aan uw project van centraal type Stad en u wilt de waarde Londen toekennen aan de eigenschap Stad van een bepaalde stap. Omdat u deze niet in de tabel kunt vinden kunt u besluiten om een lokaal element Londen van type Stad aan te maken. Vervolgens kunt u Londen overal toekennen binnen processen van uw project. Op een bepaald moment besluit de tabellenbeheerder om een nieuwe tabel aan te maken: Engelse steden. Deze is ook van type Stad en deze tabel bevat Londen. U kunt dan besluiten om deze nieuwe tabel aan uw project te koppelen omdat u ook gebruik wilt maken van de andere steden: Liverpool of Sheffield. Maar nu hebt u zowel een centraal tabelelement Londen en een lokaal element Londen dat al eerder was gemaakt. Blijkbaar is dit dezelfde stad dus u kunt het lokale element verwijderen. Maar deze wordt al gebruikt in verschillende processen. Als u deze gewoon zou verwijderen worden alle verwijzingen ook verwijderd! Dus in dat geval zou u handmatig een voor een elke verwijzing moeten aanpassen naar de centrale Londen.

Om dit te vereenvoudigen hebben we voor deze situatie de actie Gebruik centrale referenties. Selecteer de tabel waarvan u de referenties wilt centraliseren en kies voor Gebruik centrale referenties in tabblad Tabellen. De Engage Process Modeler zal nu zoeken naar alle lokale elementen van het gekozen type (Stad) met dezelfde naam als die in de gekozen centrale tabel (dus Londen wordt nu gevonden als kandidaat om te centraliseren).

De volgende dialoog verschijnt:

Globalize1

Kies het onderdeel dat u wilt centraliseren en druk Akkoord. Alle verwijzingen naar de gekozen lokale onderdelen (Londen) in alle processen van het project worden nu vervangen door de verwijzingen naar het centrale onderdeel (Londen). Tenslotte kunnen de lokale onderdelen die niet meer worden gebruikt worden verwijderd. De volgende vraag verschijnt.

Globalize2

Nu kunt u beslissen wat u wilt doen met de ongebruikte lokale onderdelen. Kies Ja of Nee, afhankelijk van uw keuze. In beide gevallen wordt het project opnieuw ingeladen. Dit betekent dat de actie Gebruik centrale referenties niet ongedaan gemaakt kan worden.

Als u zelf in de rol Tabellenbeheerder zit dan hebt u toestemming om nieuwe centrale tabelonderdelen aan te maken. Dus u kunt zelfs lokale onderdelen centraliseren die (nog) niet bestaan in de gekozen tabel. In dit geval kunt u voor de de centralisatie elk lokaal type kiezen. Als deze nog niet in de centrale tabel bestaat verschijnt de volgende vraag:

Globalize3

Als u hier Nee antwoordt word het onderdeel York niet gecentraliseerd.

Hoe gebruik ik lokale referenties?

Een project dat centrale tabellen gebruikt is niet meer volledig onafhankelijk. Als u deze exporteert naar een bestand en deze wordt in een andere omgeving geïmporteerd dan zijn de referenties naar centrale elementen ongeldig en worden deze automatisch lokaal aangemaakt. Echter, alleen de namen van de missende elementen worden gemaakt. De URL van een document is bijvoorbeeld niet beschikbaar. U kunt een project volledig zelfstandig maken door de centrale referenties te vervangen door lokale referenties.

Kies een centrale tabel en kies voor Gebruik lokale referenties op tabblad Tabellen. De volgende dialoog verschijnt:

Localize1

Voor elk element in de centrale tabel is er een vinkje. Selecteer de elementen die u lokaal wilt maken en kies Akkoord. Voor elk geselecteerde centrale element wordt een lokale tegenhanger aangemaakt. Echter, als er al een lokaal element bestaat met een van de geselecteerde namen wordt deze hergebruikt voor lokalisaties. U wordt gevraagd om bevestiging.

Localize2

In dit geval kunt u Ja kiezen als het lokale onderdeel Londen dezelfde betekenis heeft als de centrale. Als dit niet zo is moet u deze eerst hernoemen. Als u kiest voor Ja en er zijn geen naam conflicten wordt de lokalisatie gestart. Eerst wordt er een lokaal element aangemaakt voor elk centraal element. Dan worden alle verwijzingen naar de geselecteerde centrale elementen vervangen door verwijzingen naar de lokale elementen.

Het project wordt hierna opnieuw geladen. Dit betekent dat deze operatie niet ongedaan gemaakt kan worden. U kunt de actie omkeren door te kiezen voor Centrale referenties gebruiken, maar alleen als er geen lokale elementen zijn hergebruikt.