Wat kan ik met de Projectinstellingen

Op dit moment bestaan de projectinstellingen alleen uit instellingen die van toepassing zijn op alle processen in het project.

U kunt de projectinstellingen benaderen via tabblad BESTAND en vervolgens Instellingen.

Er zijn vijf pagina's beschikbaar in deze dialoog. Bij de algemene instellingen kunt u:

Let op: Als u deze instellingen later wijzigt heeft dit geen invloed op de reeds bestaande processen, m.u.v. de stapnummering en nummerweergave.

Op de overige pagina's kunt u:

Hoe kan ik de stapnummering aanpassen?

Omdat een stapnaam niet altijd uniek is binnen een proces is de enige manier om eenduidig naar een stap te verwijzen het stapnummer. Stapnummers worden automatisch bepaald en aangepast als u een stap verwijderd, plakt of verplaatst.

Positie van de stapnummers
Stapnummers kunnen op twee verschillende plaatsen worden getoond in het procesdiagram. Boven of onder een processtap.  Standaard staan ze boven een processtap, voor een evt. Rol. Om dit aan te passen gaat u naar Bestand, Projectinstellingen, Overige en wijzigt u de waarde bij Plaats stapnummers.

Stapnummering wijzigen
Voor een opeenvolgend proces gaat de nummering van links naar rechts te beginnen bij nummer 1 dat wordt toegekend aan de Start. Als er aftakkingen in het proces zitten hebben we een regel nodig om te bepalen hoe de stappen in de takken dienen te worden genummerd.

Er zijn op dit moment twee varianten beschikbaar in  de Engage Process Modeler. 
Kies voor BESTAND, Instellingen en Overig. Selecteer de gewenste methode vervolgens bij stapnummering.

Optie 1

De eerste methode is Optie 1: Eerste kind eerst. Dit betekent dat als er een aftakking is in het diagram, alle stappen in de eerste tak zullen worden genummerd voor alle stappen in de tweede en latere takken.

Dit is een eenvoudige methode maar deze heeft ook wat nadelen. De logische volgorde van links naar rechts wordt alleen in de bovenste rij gehandhaafd. In het voorbeeld hierboven is stap 8 rechts van stap 11 in de tweede rij. Bovendien is de volgorde van de Parallel vreemd omdat stap 11 hier wordt gevolgd door stap 4. Het is ook te verwachten dat de Stop altijd de hoogste nummers hebben omdat deze als laatste worden uitgevoerd.

Optie 2

De methode Optie 2: eerste kindopvolger laatst probeert deze nadelen te elimineren. De regel is als volgt: Als er een tak is in het proces dan word het opvolgende nummer gegeven aan de eerste stap in de eerste tak en vervolgens worden de andere takken genummerd en pas daarna wordt de opvolger van de eerste stap van de eerste tak genummerd. Tenslotte worden alle Stops, Einde parallel en Uitgangen genummerd.

Deze geavanceerdere methode garandeert zowel de oplopende volgorde van de stappen in alle rijen (m.u.v. de Stop stappen)  als de oplopende volgorde van de eerste stap van elke tak. Als gevolg hiervan is het nummer van de Parallele Samenvoeging altijd altijd hoger dan de stapnummers in de parallelle takken. Het nadeel van deze nummering is wel dat opvolgende stappen niet noodzakelijkwijs opvolgende nummers hebben. Stap 3 wordt bijvoorbeeld gevolgd door stap 6 in het voorbeeld hierboven.

Kan ik een standaard lettertype instellen?

Om het standaard gebruikte lettertype voor Omschrijvingen en Opmerkingen te wijzigen kiest u voor BESTAND, Instellingen en vervolgens Standaard lettertype.

Kies de het gewenste lettertype en de lettergrootte. Dit lettertype wordt gebruikt als standaard voor elke nieuwe Omschrijving of Opmerking, maar ook bestaande omschrijvingen en opmerkingen waarvoor het lettertype niet is aangepast zullen nu gebruik maken van dit nieuwe standaardtype.

De wijziging wordt niet met terugwerkende kracht uitgevoerd. Alle tekst in de processen zullen hun origineel behouden op het moment dat er tekst werd toegevoegd. Alle nieuwe teksten zullen wel in de nieuwe standaard worden weergegeven.

Kan ik de kleuren wijzigen van de zwembanen, fases en waardetoevoegend?

Om uw eigen kleuren te bepalen voor zwembanen, fases of waardetoevoegend kiest u voor tabblad BESTAND, Instellingen en Kleuren.


De kleuren worden afwisselend gebruikt om zwembanen of fases te markeren in waardestroom weergave. En u heeft de mogelijkheid om de kleuren voor de waardetoevoegendheid aan te passen.

Gebruik de plus om kleuren toe te voegen, het rode kruis om kleuren te verwijderen en de knop met puntjes om kleuren te wijzigen. Als u terug wilt naar de standaardkleuren kunt u het knopje met de bezem gebruiken.

Waar kan in standaard instellen hoe een proces eruit moet zien?

De instellingen bepalen welke informatie er getoond moet worden en de weergave van een proces.

Om de standaardinstellingen in te stellen voor alle procesweergaves in uw project gaat u naar Bestand, Projectinstellingen en vervolgens Overige.

Hier kunt u:

  • De stapnummering aanpassen.
  • De initiële weergave opgeven voor nieuwe processen. Dit kan waardestroom of een van de zwembaanweergaven zijn.
  • De initiële instellingen voor de te Tonen opties op het diagram opgeven.

Let op!: Als u deze instellingen later wijzigt heeft dit geen invloed op de reeds bestaande processen, m.u.v. de stapnummering.

Kan ik de RASCI wijzigen?

De standaard matrix voor toekennen van verantwoordelijkheden is RASCI. Er bestaan hiervoor ook andere standaards zoals bijvoorbeeld RACI, CAIRO, PARIS, DACI, etc. Bovendien kan het zijn dat u het liefst de Nederlandse benamingen gebruikt. Met deze instelling kunt u uw eigen matrix van verantwoordelijkheden bepalen.

Er zijn zes verantwoordelijkheden beschikbaar, maar deze hoeven niet allemaal gebruikt te worden. Zoals hieronder te zien is, wordt Out of the loop standaard niet gebruikt.

U kunt eenvoudig de RACI matrix gebruiken door het vinkje in kolom Gebruikt uit te zetten voor Support. De naam van de matrix wordt altijd automatisch bepaald door de eerste letters van de gebruikte rollen. De volgorde van de verschillende rollen kan worden gewijzigd met de pijltjes erachter.

U kunt de matrix voor uw project op elk moment aanpassen, ook als er al verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Als u bijvoorbeeld wijzigt van RASCI naar CAIRO en al Responsible hebt ingevuld zal deze waarde behouden blijven als u gebruikt maakt van de pijlen om de volgorde aan te passen. Als u een rol echter hernoemd worden de waarden toegekend aan de oude rol automatisch overgenomen door de rol met de nieuwe naam.

Door een vinkje te zetten bij 'De waarde van Responsible is standaard de rolnaam van de processtap' zorgt u ervoor dat de waarde van Responsible automatisch wordt gevuld met dezelfde waarde als die is opgegeven bij de Rollen van de processtap. Dit gebeurt zolang de waardes van beide gelijk zijn. Als u handmatig de waarde van Responsible wijzigt zal een wijziging in van Rollen geen invloed meer hebben op de waarde van Responsible.